Verlenging overgangstermijn vakbekwaamheid en meer...

Op 16 april jl. heeft minister Dijsselbloem een kamerbrief gepubliceerd met daarin veel antwoorden op vragen van de diverse fracties. Daarnaast heeft de minister definitief duidelijkheid gegeven omtrent verlenging van de overgangstermijn. Wij hebben de belangrijkste punten uit deze brief voor u samengevat.

De cijfers
Uit de brief blijkt dat de minister verwacht dat er in de overgangstermijn zo’n 240.000 (her)examens worden afgenomen. Tot en met 28 februari 2015 zijn 92.601 examens afgenomen. Deze examens zijn gemaakt door 69.384 verschillende kandidaten. Er zijn dus ook 69.384 eerste pogingen gedaan (74,9% van het totaal aantal examens). De overige 23.217 examens (25,1%) waren herkansingen.

Slagingspercentages
Van de 69.384 kandidaten zijn 42.574 kandidaten (61,4%) geslaagd bij de eerste poging, 8.816 kandidaten (12,7%) geslaagd bij de eerste herkansing en 3.571 kandidaten (5,1%) na meerdere herkansingen. Dit betekent dat 54.964 van de 69.384 kandidaten (79,2%) tot en met 28 februari 2015 geslaagd zijn en het bijbehorende certificaat/diploma behaald hebben.

Capaciteitsproblemen
De opleidings- en exameninstituten ervaren en voorzien geen capaciteitsproblemen. Zij kunnen zonder problemen 15.000 à 20.000 (her)examens per maand afnemen. Ook kan er flink opgeschaald worden indien noodzakelijk. Er kan uiteraard een probleem gaan ontstaan als te veel kandidaten in dezelfde maanden examen willen afleggen. Gelet op de rol die opleidings- en exameninstituten spelen bij het begeleiden van werkgevers en het plannen van de opleidingen en de examens van grote groepen adviseurs, verwacht de minister dat zich niet snel capaciteitsproblemen in de overgangsperiode zullen voordoen.

Verlenging van de overgangstermijn
Zoals bekend is de minister geen voorstander van een verlenging van de overgangstermijn vanwege capaciteitsproblemen, omdat die zoals bovenstaand aangegeven niet worden voorzien. Daarnaast geeft de minister aan dat financieel adviseurs bovendien al sinds eind 2013 weten dat ze twee jaar de tijd hebben om hun PEplus-examens te halen.

Om andere redenen ziet de minister wel aanleiding om de overgangstermijn met één kwartaal te verlengen tot 1 april 2016. Er is gebleken dat:

  • Opleidingsinstituten en het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD) de eerste maanden van een nieuw kalenderjaar nodig hebben om de vastgestelde nieuwe actualiteiten voor een bepaald kalenderjaar te verwerken in de lesstof, respectievelijk de examenvragen in de centrale examenbank.
  • De “Regeling gelijkstelling diploma’s vakbekwaamheid” geen mogelijkheid tot vrijstelling biedt. Ook is er geen hardheidsclausule opgenomen voor schrijnende gevallen in verband met de einddatum van 31 december 2015. Een verlenging van drie maanden biedt ook op dat vlak enige extra ruimte.
  • De Centrale Examenbank in 2014 pas per 1 maart is gestart met de afname van PEplus-examens. Dit ging dus gedeeltelijk ten koste van de overgangstermijn van twee jaar.

Deze redenen zijn voor de minister aanleiding om te besluiten tot het verlengen van de overgangstermijn met een kwartaal tot 1 april 2016. Dit moet financieel adviseurs nog beter in staat stellen om alle beoogde PEplus-examens in de overgangsperiode te behalen.

Kwaliteit van de vragen
De minister is en blijft van mening dat de twijfels van brancheorganisaties over de kwaliteit van de vragen die betrekking hebben op Vaardigheden en Competenties onterecht zijn. Het onderdeel vaardigheden en competenties is een nieuw onderdeel van de Wft-examens. De vragen op het onderdeel vaardigheden en competenties worden in casusvorm gesteld. In deze casussen wordt een specifieke klantsituatie beschreven. Vervolgens moet de kandidaat een aantal vragen beantwoorden die bij deze casus horen. Het kan, zoals hierboven gesteld, gaan om het analyseren van de risico’s voor deze specifieke klant, het maken van berekeningen, het begrijpen en interpreteren van de gegevens uit de bijlagen en vervolgens het geven van passend advies op basis van deze elementen. Zowel opleiders als kandidaten moesten wennen aan dit vernieuwend aspect waarbij het klantbelang en het passende advies centraal staat. Eventuele feedback op kwaliteit van vragen wordt doorlopend zorgvuldig bestudeerd en waar nodig verwerkt, en dat geldt ook voor de andere analyses die CDFD doet van de examenvragen. Deze geven voor de minister geen aanleiding te twijfelen aan de kwaliteit van de vragen met betrekking tot vaardigheden en competenties.

PE-examens na de overgangsperiode
De minister geeft duidelijk aan dat na de overgangsperiode de PE-examens uitsluitend gaan over actualiteiten.

Afgifte nieuw diploma
Hoe lang een diploma-omwisseling duurt, is afhankelijk van de snelheid waarmee u het PEplus-examen weet te halen en de snelheid van fiattering van het omwisseldossier door het exameninstituut. Pas wanneer aan beide voorwaarden is voldaan ontstaat een diplomarecht. Dit wordt door DUO automatisch geregistreerd in het informatiesysteem van de Centrale Examenbank. Op basis van deze registratie print DUO binnen de streeftermijn van vijf weken het diploma waarna het wordt geleverd aan het exameninstituut. In de praktijk kan de duur van de levering van een diploma langer zijn dan vijf weken. Een en ander is met name afhankelijk van het percentage van foutief aangeleverde persoonsgegevens voor de formele tenaamstelling van diploma’s door de exameninstituten en de snelheid waarmee zij geconstateerde fouten herstellen in de administratie en de terugmelding aan DUO. Kandidaten dienen omtrent het omwisselen en terugsturen van diploma’s contact op te nemen met hun exameninstituut. Het exameninstituut draagt de verantwoordelijkheid voor het uitreiken van de documenten en voor de juistheid van de persoonsgegevens die in de administratie worden opgenomen. 

Nieuwsoverzicht

Deel dit bericht

Contactgegevens 

| Ophrys | Brugstraat 81 | 5731 HG Mierlo | 0492 344 988 | info@ophrys.nl